Hij kwam langzaam dichterbij, de verontschuldiging zwaar op de borst. “Claire,” zei hij met een krakende stem. Ze draaide zich niet om, bleef schrobben. “Ik had het mis. Ik heb me laten vernietigen door angst. Ik twijfelde aan jou, ik twijfelde aan hen. Ik twijfelde aan alles wat belangrijk was. Alsjeblieft… vergeef me.” Zijn keel verstrakte, zijn woorden kwamen nauwelijks bij elkaar.
Ze stopte, het water liep over haar stille handen. Toen ze zich omdraaide, waren haar ogen opgezwollen van de tranen. “Heb je enig idee wat dat met me deed?” fluisterde ze. “Om te denken dat mijn man naar onze jongens kon kijken en zich afvragen of ze van hem waren?” Haar stem brak.