Vissers kapseisden door een mysterieus zeewezen – wat er boven water kwam liet hen sprakeloos achter

De aantekeningen vulden pagina na pagina, een stille obsessie die niemand anders wilde begrijpen. Na een week wist hij het zeker. Wat het ook was, het dook regelmatig op, bijna routinematig. Dat was geen schepsel. Dat was discipline. Machines.

De volgende ochtend bracht hij zijn notitieboekje naar het café en sloeg het zo hard op tafel dat een paar kopjes kletterden. “Ik heb gekeken,” kondigde hij aan, met een strakke stem. “Het komt elke dag op bijna dezelfde tijden. Schemering. Middernacht. Dageraad. Het is niet willekeurig. Het is niet wild. Het is gepland.”