Erik rolde met zijn ogen, maar voelde een ongemakkelijk gevoel. Niet omdat hij haar geloofde, maar omdat ze het zo voorzichtig had gezegd, alsof de zee zelf meeluisterde. Trots zou hem het daar niet bij laten zitten. En bovendien, als iedereen te bang was om in de schemering te vissen, dan had hij het water voor zichzelf. Minder boten betekende minder concurrentie, misschien vollere netten.
Zijn vader was jaren geleden in een storm omgekomen en Erik was opgegroeid met de wetenschap dat de zee geen legendes nodig had om je te doden. Maar hij wist ook hoe hij zichzelf moest redden: hoe hij een boot stabiel moest houden in chop, hoe hij een donker stuk water moest lezen voordat het in een golf brak. Hij vertrouwde op vaardigheid, niet op verhalen.