Toen trok hij zich met bonzend hart terug om vanuit de veiligheid van zijn huis toe te kijken. Terwijl hij door het raam naar het hert keek, bereikte Allans angst een hoogtepunt. Het had zich niet bewogen en zat nog steeds op dezelfde plek ineengedoken. Twijfel knaagde aan hem – had hij weer gefaald?
De minuten duurden, elk voelde als een eeuwigheid terwijl de sneeuw steeds woester om hen heen dwarrelde. Maar toen viel Allans oog op een kleine beweging. De kop van het hert ging iets omhoog, zijn neusgaten flitsten toen het de lucht opsnoof, de geur van de wortels eindelijk tot hem doorgedrongen.