De vijandigheid in de ogen van het dier was onmiskenbaar – een woeste, onverzettelijke blik die een rilling over zijn rug liet lopen. Jeremy’s pols versnelde, een scherpe herinnering aan hoe kwetsbaar hij was op dat moment. Hij kon het risico niet nemen om gewond te raken.
Jeremy deed een stap achteruit, zijn hart bonkte en hij voelde de scherpe beet van angst. Jeremy aarzelde, het instinct om te helpen botste met het duidelijk aanwezige gevaar. Hij draaide zich om en liep terug naar binnen, zijn adem stokte.