Hij bedankte haar en hing op. Hij staarde een lang moment naar de hoorn voordat hij hem neerlegde. Warmte, dat was de sleutel. Maar hoe moest hij precies een halfbevroren varken door een sneeuwstorm loodsen?
Toch kon hij het niet laten bevriezen. Hij moest iets proberen. Hij scande de keuken. Geen hooi, geen warmtelampen, dit was geen schuur. Maar misschien kon eten het overhalen. Varkens waren slim. En varkens waren gulzig. Hij opende de voorraadkast en rommelde door de onderste planken.