Het varken lag gebundeld in de laadbak van de truck, onbeweeglijk maar ademend. Het kleine diertje lag naast hem op de passagiersstoel, gewikkeld in Raymonds oude wollen jas, zijn adem besloeg lichtjes tegen het raam.
“Hou vol,” mompelde Raymond. “We zijn dichtbij.” Hij nam de lange bocht op Hollow Creek Road te snel – hij wist het op het moment dat de banden hun grip verloren. De truck trilde. De achterkant begon te glijden. Bomen wazig langs zijn raam.