Hij liet haar achter bij een benzinestation als grap – Toen verdween ze spoorloos..

Hij kwam vroeg aan, zijn hart klopte, zijn kraag was vochtig van het zweet. De seminariezaal gonsde van de zachte gesprekken, het soort optimisme dat hij in jaren niet had gevoeld. Toen liep ze het podium op – samengesteld, stralend en springlevend. De tijd brak. Elk woord dat ze sprak over veerkracht klonk als een echo die voor hem bedoeld was.

Hij hoorde het applaus nauwelijks. Ze droeg zichzelf anders. Haar houding was recht en haar stem was stevig, zonder enig spoor van de timide vrouw die hij zich herinnerde. Het publiek leunde naar binnen toen ze glimlachte. Richard zat verstijfd, niet in staat om adem te halen. De vrouw die hij vernietigd had was iemand geworden die onbreekbaar was.