Hij trok zijn jas uit en probeerde de kleren te bedekken, maar de schade was al aangericht. Het beton om hem heen stroomde snel vol. Lucky jankte laag, gehurkt onder een gebogen winkelwagentje. Joshua vloekte onder zijn adem en bleef de kleren tegen zijn borst drukken alsof dat ze zou drogen.
Tegen de ochtend was alles wat hij bezat doorweekt. Hij vond een openbaar toilet met flikkerend licht en duwde de deur achter zich dicht. Het shirt kletterde nat op de wastafel. Hij schoof het onder de handdroger en bewerkte de stof met zijn vingers. Het stoomde. Niet genoeg. De broek was nog erger.