Bij de balie aarzelde ze en toen schoof ze de sleutel naar de bediende. “Ik… vond dit tussen de spullen van mijn overleden man,” zei ze zacht. De beleefde glimlach van de bediende haperde. Hij knikte en verdween. Even later kwam hij terug met een manager die haar vroeg hem te volgen.
In een klein kantoor legde de manager uit dat Daniel had geregeld dat er contact met haar werd opgenomen. “Er zijn documenten in opslag,” zei hij voorzichtig. “We hebben identificatie en uw handtekening nodig om ze vrij te geven.” Maggie’s handen trilden toen ze haar rijbewijs liet zien. Het proces voelde ceremonieel.