Karens gezicht vertrok, een flikkering van schrik trok over haar gelaatstrekken. Maar ze was niet van plan haar waardigheid zo gemakkelijk te laten zakken. Ze haalde haar kaartje tevoorschijn en gooide het met een dramatische zucht op tafel. “Prima. Voer het maar uit en laten we deze poppenkast beëindigen,” snauwde ze, terwijl ze Stephanie grijnzend aankeek.
Stephanie raapte de kaart op, haar hart bonkte toen ze hem door de kassa haalde. Ze keek toe hoe het scherm rood oplichtte: Afgewezen. Ze onderdrukte een grijns en schraapte haar keel. “Het spijt me, mevrouw, maar uw kaart is geweigerd.” Haar stem klonk en trok alle ogen in de kamer.