Karens gezicht werd vuurrood en ze pakte de kaart terug, terwijl ze met haar telefoon rommelde. Ze wierp een blik op Stephanie met een blik die staal kon doen smelten. “Een ogenblikje,” snauwde ze, terwijl ze haar telefoon tegen haar oor drukte. “Schat, je moet geld overmaken, nu.”
Karen zat nog steeds aan de telefoon en stormde het restaurant uit, de gasten verbijsterd toekijkend. Buiten liep ze naar de buschauffeur, die verbijsterd naar de bus stond te kijken. “Dit is allemaal jouw schuld!” Blafte Karen, zwaaiend met haar telefoon. “Ik ben onderworpen aan deze hele dump door jou!”