Op een avond vond Maya hem op de binnenplaats van het ziekenhuis, voorovergebogen over een bankje. Hij gaf haar een zwakke glimlach. “Slechte dag,” zei hij. “Labs kwamen ruw terug.” Ze ging naast hem zitten en probeerde haar angst niet te laten merken. “Wat betekent dat?”
Hij aarzelde en zei toen: “Ze zetten me hoger op de transplantatielijst.” Ze bleef lang stil. “Is dat… goed?” “Het is nodig,” zei hij. “Maar het is een lange lijst.” Maya sliep die nacht niet goed. In gedachten liep ze door oude bloedtestrapporten, in een poging zich haar type te herinneren.