Clara wachtte niet. Ze rende naar het kantoor, haar hart ging tekeer. Een snelle zoektocht achter het bureau onthulde het – een elegante zilveren ketting. Eenvoudig. Duur. Zeker niet van haar. Ze bracht het terug naar beneden, haar hand trilde. “Ze heeft dingen geplant,” zei Clara zachtjes. “Om met ons te rotzooien.”
Marc staarde. “Ze wilde dat we vochten. Om ons op te splitsen.” “Laten we nu de badkamer controleren,” fluisterde Clara. “De nacht voor de eerste ruzie.” Ze sprongen terug in de beelden, scrollend naar de avond waarvan Clara zich herinnerde dat ze iets vreemds had gevonden.