In het schilderachtige en rustige stadje Bar Harbor kende iedereen elkaars naam en zaken en roddels verspreidden zich als een lopend vuurtje. De straten waren bezaaid met charmante huizen, goed onderhouden tuinen en vriendelijke gezichten. Dus toen Cassandra, een eenzame vrouw van midden dertig met een voorliefde voor privacy, in de buurt kwam wonen met een enorme python genaamd Reggie, werd er vrijwel meteen gefluisterd. Mensen konden niet begrijpen waarom iemand ervoor zou kiezen om met zo’n ongewone metgezel samen te wonen en ze maakten zich steeds meer zorgen over hun eigen veiligheid.
Ondanks de argwanende blikken en stille gesprekken liet Cassandra zich niet afschrikken. Ze had Reggie geadopteerd uit een opvangcentrum voor exotische huisdieren nadat hij door zijn vorige eigenaar was achtergelaten en hun band was onwankelbaar. Haar buren konden de band die ze met de slang had niet begrijpen. Ze merkten niet op hoe Reggie’s ogen leken te gloeien van begrip als Cassandra tegen hem sprak of hoe hij met zijn geschubde kop teder over haar wang kneep, alsof hij haar geruststelde dat hij er voor haar was.