En toen, op een van de schermen, zag hij het – de kast van het mortuarium ging langzaam open. De zware deur kraakte bij het bewegen, centimeter voor centimeter. Nathan hapte naar adem. Wat is dit in hemelsnaam? dacht hij met zijn ogen wijd open. Wat hij daarna zag, deed hem verstijven van afschuw.
Nathan voelde een koude rilling door zijn lichaam gaan toen hij een zwarte figuur uit de lijkenkasten zag kruipen. Zijn polsslag ging tekeer toen de figuur door het lijkenhuis liep, bijna opgaand in de schaduwen.