Nathan sloot zijn ogen opnieuw en liet de vermoeidheid de overhand nemen. Voor een lange tijd voelde alles goed – rustig, vredig, zoals elke andere nacht. Het gezoem van de lichten, de koude lucht en de stilte waren alles wat hij nodig had om weer in slaap te vallen.
Maar toen kwamen de geluiden weer. Deze keer luider. Het geritsel was onmiskenbaar en weerklonk ergens uit het lijkenhuis. Nathan’s ogen sprongen open. Zijn hart ging tekeer toen het geluid dichterbij leek te komen. Hij was toch alleen? Alleen in deze koude, verlaten kamer.