Opluchting botste met angst, waardoor hij trilde en buiten adem raakte. Natuurlijk wilde de beer meer eten. Hij zat niet achter zijn vlees aan, nog niet tenminste. Nolan greep naar een ander stuk en liet het bijna vallen toen de kou zijn vingertoppen verdoofde. De spanning knetterde als statische elektriciteit.
Hij strekte de gedroogde vis uit en kreeg bijna een black-out van de pure angst en verwondering. De beer kwam dichterbij, de stoom stroomde uit zijn neusgaten. De tijd werd weer vloeibaar, alsof de poolnacht zelf zijn adem inhield en toekeek hoe mens en dier samensmolten in deze vreemde dans.