Jason schraapte zijn keel in een poging hun aandacht te trekken. “Jullie moeten Susan onderzoeken,” zei hij, zijn stem vastberaden maar met een aarzeling. Het gesprek van de agenten pauzeerde, hun ogen draaiden naar hem met een mengeling van verbazing en scepsis.
“Jason, je bent gewoon overstuur,” zei een agent afwijzend, zijn aandringen verkeerd interpreterend als verdriet. “We begrijpen het, maar dit is niet het moment voor ongegronde beschuldigingen.” Jason beet op zijn lip, worstelend met het verlangen om meer te onthullen. Hij wilde ze vertellen over de geheimen die hij afgelopen zomer had ontdekt, over zijn diepgewortelde verdenkingen tegen Susan. Maar dat zou betekenen dat hij zijn eigen daden, zijn eigen geheimen moest prijsgeven.