Hij schraapte zijn keel. “Pardon,” zei hij, terwijl hij de fles omhoog hield. “Ik blijf deze in mijn tuin vinden. In het zwembad. De pomp is vorige week verstopt geraakt en ik kan het niet meer bijhouden. Kun je alsjeblieft uit het zwembad blijven? Of het me tenminste eerst vertellen?”
De echtgenoot keek naar de fles en toen met een grijns terug naar Arthur. “Wat bedoel je daarmee? Denk je dat we tijd hebben om in jouw zwembad te rommelen?” Arthurs blik gleed naar het shirt dat over zijn borst was gespannen. “Dat vond ik achtergelaten in mijn tuin.”