De puppy bewoog nog steeds niet. Het leefde. De stationschef had zijn poot zien bewegen, maar het had niet gerend. Het had het niet eens geprobeerd. Er was iets mis. Hij wendde zich tot Ethan. “Blijf hier,” zei hij, terwijl hij zich al naar de trappen langs het spoor bewoog. “Ik ga naar beneden.”
Ethan volgde zonder na te denken. De rails zoemde nog zachtjes toen ze op het grind klommen, de enorme schaduw van de stilstaande trein doemde boven hen op. Voor hen lag het kleine bundeltje bont tussen de rails, onbeweeglijk maar ademend.