De oudere hond jankte en krabbelde aan zijn mouw, waarna hij zijn kop in Ethans schoot drukte alsof hij het op de een of andere manier begreep. Bij elke hobbel in de weg deinsde Ethan achteruit, doodsbang dat de ademhaling zou stoppen. Toen het busje voor de kliniek tot stilstand kwam, sprong Ethan eruit voordat de deur helemaal open was. De oudere pup rende achter hem aan en blafte hevig.
“Naar binnen!” riep een van de agenten. De dierenarts, die al stond te wachten, gebaarde naar een metalen tafel onder een felle lamp. “Hier, snel!” zei ze. Ze werkte snel: zuurstofslang, compressies, een shot vloeistof. “Uitgedroogd, onderkoeld en die poot is er slecht aan toe,” mompelde ze, nauwelijks hoorbaar boven het geritsel van haar instrumenten.