Zeilboot strandt en komt piraten tegen – wat de bemanning doet om te overleven verbijstert iedereen!

Het zeil hing in flarden boven hen, de gescheurde randen knapten als een waarschuwing in de wind. Zonder manier om vooruit te komen dreef de boot hulpeloos over de open zee. Liam staarde naar de lege horizon en besefte dat de oceaan plotseling in een val was veranderd.

Ethan probeerde de radio opnieuw, de ruis knetterde voordat er een stem doorheen kwam – ruw, haperend, gebroken Engels. “Geef… exacte locatie,” werd er gezegd. De toon was niet geruststellend, alleen maar bevelend. Ethans ogen vernauwden zich. Hij antwoordde niet meteen. Iets in het verzoek klonk niet als hulp. Het klonk als lokaas.

Toen verschenen de gedaanten: twee lange boten die achter het eiland vandaan gleden, snel, te snel. De nevel sprong van hun boeg toen ze over de glinsterende zee voeren. Liams hart klopte, omdat hij dacht dat de redding te vroeg was gekomen. Maar Ethans woorden waren scherp en definitief: “Dat is geen hulp.”