Het gebrek aan een vaderfiguur was hun wond geweest, maar het werd hun smederij. Elk van hen had geleerd om harder te vechten, hoger te reiken, dieper te zorgen. Waar Vincent was ingestort, waren zij opgestaan. Niet ondanks zijn afwezigheid, maar juist daardoor. Ze waren sterk omdat ze dat moesten zijn.
En Vincent, ooit het middelpunt van zijn eigen wereld, was nu niet meer dan een schaduw aan de rand ervan. De man die wegging. De man die te laat terugkeerde. En terwijl de wereld vooruit draaide, bleef hij stil achter, met alleen zijn spijt om hem gezelschap te houden.