Het geblaf was niet gestopt. Het was zelfs nog heftiger geworden – elke uitbarsting weerklonk luider onder het gekraak van de donder. De hond moest doodsbang zijn. Maya draaide zich weer naar het raam en keek toe hoe hij zich tegen het harnas aandrukte. Haar handen trilden in haar schoot. Ze kon niet alleen maar kijken.
Ze ademde trillend uit en stond toen op. “Oké,” fluisterde ze tegen zichzelf. Haar benen waren niet meer zo stevig als vroeger, maar ze liep naar de deur, deed hem van het slot en stapte naar buiten, haar zenuwen in bedwang houdend. De lucht was zwaar en stil, met de geur van elektriciteit die al in de wind krulde.