De vijandigheid in de ogen van het dier was onmiskenbaar – een woeste, onverzettelijke blik die een rilling over zijn rug liet gaan. Maya’s polsslag versnelde, een scherpe herinnering aan hoe kwetsbaar ze op dat moment was. Ze kon het risico niet nemen gekwetst te worden.
Maya deed een stap achteruit, haar hart bonkte en ze voelde de scherpe beet van angst. Ze aarzelde, het instinct om te helpen botste met het duidelijk aanwezige gevaar. Ze draaide zich om en liep terug naar binnen, haar adem stokte.