Ze staken samen de straat over, de hond bleef in de buurt en keek om de paar stappen achterom. Het buurtpark kwam in zicht, leeg en grijs. Maya zag eerst niets, alleen druipende bankjes, lege schommels die kraakten in de wind. Maar toen stopte ze kort, haar adem stokte.
Ze draaide zich langzaam om en scande elke hoek – de zandbak, de wippen, achter het schuurtje van het toilet. Niets. Haar ogen prikten van de regen. Was dit een vergissing? Had de hond iets verkeerd begrepen? Ze dacht eraan om terug te keren en naar huis te gaan, maar de hond liep al vooruit, neus laag, staart laag, oren alert.