Dit was dezelfde routine die ze Albert al tientallen jaren zag volgen. Zaklantaarns in de la, kaarsen op tafel, niets aangesloten. Ze kon het zich niet veroorloven iets te vergeten. Alleen zijn betekende dat er niemand was om dubbel te controleren. Ze baande zich een weg door het huis, één voorzichtige taak tegelijk.
Ze trok de televisie uit het stopcontact, deed de lampen uit, testte de batterijen van de zaklantaarns en zorgde ervoor dat haar telefoon volledig opgeladen was. Daarna ging ze van kamer naar kamer, sloot elk raam en deed elk raam goed op slot. De wolken werden buiten steeds donkerder en verdrongen met de minuut meer licht uit het huis.