Maya pauzeerde bovenaan de trap. Het geblaf ging maar door – luid, snel en constant. Ze had de laatste tijd geen zwerfdieren in de buurt gezien, dus waar kwam het geblaf vandaan? En waarom was het niet gestopt? Nieuwsgierigheid sloeg om in bezorgdheid. Ze draaide zich om en liep naar het voorraam.
Voorzichtig trok ze het gordijn opzij. En daar was het. Een doorweekte, goudbruine hond stond bij het tuinhek, met modderige poten, en blafte rechtstreeks naar het huis. Maya leunde voorover, haar ogen vernauwend. De manier waarop hij blafte, over en over, deed haar maag draaien. Er klopte iets niet.