Een enorme witte haai kwam op een duiker af. Toen gebeurde het ondenkbare

Marcus brak hijgend de oppervlakte en bracht zijn masker naar zijn voorhoofd. De wereld boven hem was een chaos – Aarons boot schommelde hevig door de naschokken van de explosie, de nevel kwam nog steeds uit het water. En daar, afgemeerd, lag een tweede vaartuig dat hij nog niet eerder had gezien.

Er stonden twee mannen op. Vreemdelingen. De ene hield een ruw harpoengeweer over zijn schouder, de andere rommelde in een kist en gooide met nonchalante precisie kleine explosieve ladingen in zee. Elke ontploffing beneden stuurde rimpelingen van verdoofde vissen in slappe golven omhoog.