Het bezoek zou tien minuten duren. Dat was de regel. Maar toen de klok afliep en de begeleider hem riep, bewoog Milo niet. Hij stond naast Lily’s bed, zijn spieren gespannen, zijn ogen strak op haar borst gericht. Toen een verpleegster zachtjes aan zijn riem trok, liet hij een lage grom horen.
Het geluid was niet hard, maar het galmde door de kamer. Buiten stopte het gelach van de andere kinderen. “Rustig, jongen,” mompelde iemand die dichterbij kwam. Milo’s lippen krulden lichtjes – niet uit woede, dacht Maya, maar als waarschuwing. Zijn ogen gingen nooit weg van Lily, die bleek en stil zat, met haar handje in de deken.
Toen de begeleider hem eindelijk wegtrok, verzette Milo zich tot de laatste seconde en trilde helemaal. Hij jankte een keer, scherp en treurig, voordat hij door de gang verdween. Die nacht trilde Lily’s hartmonitor onregelmatig. Een verpleegster merkte het en paste haar medicatie aan, fluisterde later dat de hond het misschien had geweten.