Maya merkte hoe Milo’s stemmingen Lily’s toestand weerspiegelden. Als Lily rustig was, sliep hij. Als ze huiverde of terugdeinsde, stond hij op en hield de wacht. Op een keer, toen een verpleegster het verband van haar borst verstelde, gaf Milo een stil, trillend gejank dat iedereen in de kamer deed stilstaan.
Later die avond fluisterde Lily tegen Maya: “Hij is niet boos. Hij is bang voor me.” Maya knipperde verbaasd met haar ogen. “Bang?” Het meisje knikte, haar ogen ernstig. “Hij wil niet dat iemand me pijn doet.” Maya glimlachte flauwtjes, maar van binnen begon haar nieuwsgierigheid wortel te schieten.