Evan herstelde zich genoeg om haar te bedanken, hoewel hij zijn blik op haar handen gericht hield. De meeste horende gebarentaal aarzelde tussen de gebaren; Lena deed dat niet. Ze bewoog als iemand die in stilte was opgegroeid. Toen hij vroeg waar ze gebaren had geleerd, aarzelde ze en zei: “Ik had een dove vriend, leerde het voor hen.” Het overtuigde hem niet.
Hij drong een beetje aan, niet agressief, gewoon nieuwsgierig. Mensen die zo vloeiend gebarentaal spreken hadden meestal persoonlijke redenen, zoals een dove familie, een partner of jarenlang vrijwilligerswerk. Maar Lena leidde het gesprek met beleefd gemak om en hield de aandacht volledig op Margot gericht. Het voelde opzettelijk, alsof ze niet ondervraagd wilde worden.