Die nacht, wakker, Michael gaf toe wat hij had verzet voor dagen. Sarah verborg niet alleen rekeningen of stress. Iemand anders was hier geweest – schommels repareren, boodschappen doen, briefjes achterlaten, koffie drinken op zijn zolder. Hij balde zijn vuisten in het donker, zeker wetend dat terwijl hij weg was om zijn land te verdedigen, zijn eigen huis werd binnengevallen.
Toen Michael op een ochtend de was aan het opvouwen was, vond hij een geperst mannenshirt, een maat kleiner dan de zijne. Het etiket was knisperend, de stof rook vaag naar stijfsel. Hij hield het verbijsterd omhoog. Sarah kwam binnen en beweerde dat het een donatie was die ze nog niet had afgeleverd. Haar toon was licht, maar haar ogen vermeden de zijne.