In hun bescheiden huis haastte Sarah zich naar voren en omhelsde hem stevig. Haar kus was warm, maar haar ogen dwaalden af en vonden de zijne weer. Michael dacht dat het zenuwen waren. Na jaren uit elkaar te zijn geweest, zou het wel even duren voor ze hun ritme weer hadden herschapen. Toch trilde haar glimlach op een manier die hij niet helemaal kon negeren.
Het huis rook vaag anders – verse verf, citroenreiniger, een vleugje van iets nieuws. Het vertrouwde meubilair stond er nog, maar de gordijnen waren vervangen, een vloerkleed verwisseld. Onschuldige veranderingen, dat zeker, maar toch voelde Michael een vage ontkoppeling, alsof hij een herinnering binnenstapte die zorgvuldig was veranderd.