Tranen welden op in haar ogen en spoten over. “Het is niet wat je denkt.” Haar stem brak. “Ik wist niet hoe ik het je moest vertellen. Ik was bang dat je weer weg zou lopen.” Snikkend bedekte ze haar gezicht met haar handen. “Het is geen andere man op die manier. Het is je vader.”
Michael viel stil, alsof hij getroffen was. Het gezicht van zijn vader schoot door zijn geheugen: het geschreeuw, de dichtgeslagen deur, de bittere woorden die hem verdreven. Hij had zijn militaire leven gebouwd op de as van die ruzie. Nu sneden Sarah’s woorden door de jaren heen als granaatscherven.