Emily stuiterde het ontbijt binnen en liet haar knuffelbeer op tafel vallen. “Hij houdt ook niet van de zolder,” kondigde ze aan terwijl ze op toast kauwde. Michael trok een wenkbrauw op. “Wie is hij?” Voordat Emily kon antwoorden, grinnikte Sarah terwijl ze haar handen afveegde. “Gewoon een van haar spelletjes. Ze verzint altijd dingen en mensen. Moedig het niet aan.”
Michael liet het gaan, hoewel het randje in Sarahs toon zijn aandacht trok. Hij keek toe hoe Emily haar benen onder de stoel schommelde, vrolijk neuriënd, terwijl Sarah zich aan de toonbank bezighield. Het tafereel was gewoon, bijna perfect, maar toch bleef Emily’s vreemde uitspraak in zijn hoofd hangen, lang nadat het ontbijt voorbij was.