Toen ze uit de kerk stapten, draaide Gwen zich instinctief om naar haar auto, niet verwachtend dat er nog een gesprek zou komen. Ze begon al mentaal op te sommen wat er nog meer moest gebeuren. Maar voordat ze bij de bestuurderskant was, riep Elizabeth van achter haar, met een lichte maar weloverwogen stem. “Gwen, wacht even.”
Gwen pauzeerde. Elizabeth haalde haar in, haar handen voor zich gevouwen. “Heb je zin om te lunchen?” vroeg ze. “Er is dat café in de buurt – Cornerstone heet het geloof ik?” Gwen knipperde met haar ogen. De vraag hing vreemd in de lucht. In twintig jaar had Elizabeth haar nog nooit uitgenodigd om mee te eten.