Die avond aten ze restjes naast elkaar aan het kookeiland. Het gesprek was minimaal, voornamelijk logistiek. Elizabeth vroeg of ze de orde van dienst al klaar hadden. Gwen zei van niet. “Als je wilt,” bood Elizabeth aan, “kan ik helpen met wat oude gezangen. Ik denk dat pap dat groene boekje wel mooi vond.” Gwen knikte.
De volgende ochtend ontdekte Gwen dat de prullenbakken naar de stoep waren gerold. Eigenlijk een kleinigheid, maar ze had er niet aan gedacht om het zelf te doen. Ze had het er niet over gehad. Elizabeth begon er ook niet over. Maar het bleef langer in Gwens hoofd hangen dan ze had verwacht.