Uren later werd Gwen wakker in een compleet stil huis. Ze riep Elizabeths naam, maar kreeg geen antwoord. Gwen stond op, nog steeds suf, en liep naar de logeerkamer. Het bed was leeg. Haar koffer weg. Geen spoor.
In de keuken vond Gwen eindelijk een briefje dat op de koelkast was geplakt. Het handschrift van Elizabeth was snel, alsof het onderweg geschreven was. Ik heb een hotel gevonden waar ik kan logeren – ik heb besloten daarheen te verhuizen. Dat was alles. Geen afscheid. Geen uitleg. Gwen stond daar, verward. Waarom zou ze zo haastig weggaan?