“Elizabeth heeft gisteravond de documenten ingediend,” zei hij. “Het huis, de rekeningen, Alberts auto – alle legale bezittingen. Je had alles eerder deze week getekend. Ik heb nu alleen nog jouw handtekening nodig voor de levensverzekering.” Gwen werd stil. Ze kon het geluid van haar eigen adem horen.
Ze nam niet eens afscheid. Ze hing op en liet de telefoon op het aanrecht vallen. Haar hart ging tekeer. De facturen. De plakbriefjes. De handtekeningen. Haar handen trilden terwijl haar gedachten de scène herhaalden, Elizabeth die over haar heen stond, kalm, geruststellend. Gwen had alles ondertekend. En ze had geen woord gelezen.