De volgende dag, nadat hij nog meer voetafdrukken van de veranda had geveegd en nog een gebroken paal had gerepareerd, liep Robert naar het resort. De receptie glom in zachte beige tinten. De jonge vrouw achter de balie gaf hem een beleefde glimlach die haar ogen niet helemaal bereikte.
“Het spijt me, meneer. We vragen onze gasten om op de gemarkeerde paden te blijven,” zei ze met een geoefende kanteling van haar hoofd. “Maar we kunnen niet controleren wat ze doen als ze eenmaal op zichzelf zijn.” “Ze snijden door mijn wijngaard,” zei Robert met een gespannen stem. “Ze beschadigen de oogst.”