Het begon met een geluid, dreunende muziek in de verte, vrachtwagens op de grindweg achter de heuvel. Bouwwerkzaamheden. Robert hoorde het wekenlang voordat hij het eindproduct zag. Een luxe resort, net over de heuvelrug. Glanzend, hoekig, modern. Niet op zijn plaats. Maar dichtbij. Heel dichtbij.
Eerst vond hij het niet erg. “Zou de waarde van onroerend goed kunnen verhogen,” mompelde hij tegen zichzelf. En misschien was dat ook wel zo. Een boutique resort betekende aandacht, onderhoud, lokale bedrijvigheid. Hij dacht zelfs dat de gasten misschien wijn zouden kopen. Hij hield zichzelf voor dat het vooruitgang was. Toen kwamen de voetafdrukken.