Sommigen namen selfies voor de wijnranken. Eentje plukte zelfs een tros druiven alsof het wilde bloemen waren. Robert probeerde kalm te blijven. Hij was niet iemand die snel boos werd. Maar elke keer als hij een gebroken tak vond of zag hoe een stok van het hek werd getrokken en opzij werd gegooid, kwam er iets in hem los.
Hij had hard gewerkt om alles netjes te houden, ook al waren de wijnstokken niet perfect. Op een ochtend stond hij met een gieter in zijn hand en staarde naar de afdrukken die in het vuil waren achtergebleven. Diep en slordig. De wijnranken aan weerszijden hingen slap – er was aan getrokken, mogelijk was er op getrapt.