Hij reikte naar binnen en tilde een kleine buidel op, verzegeld met touw. Het was zwaarder dan het zou moeten zijn. De stof puilde uit tegen zijn greep. Hij maakte het voorzichtig los, de inhoud verschoof met een zacht, rinkelend geluid dat zijn maag deed samenkrimpen.
Toen het licht werd, veranderde de wereld. Tientallen stenen, saffier, robijn en smaragd explodeerden in kleur en verspreidden reflecties over zijn natte handen. Even vergat hij de regen, de kou en de duisternis. Het enige wat hij kon denken was: Dit zijn geen meubels.