Zijn blik, dacht ze, dreef afwezig naar haar halsketting. Het was geen duur sieraad. Het was een platte, gouden schijf in de vorm van een halve maan, geregen aan een heel dun kettinkje. Het was een soort familiestuk en daarom droeg ze het altijd.
Elise raakte de hanger afwezig aan. Ze moest denken aan haar oma, die ongeveer twee jaar geleden was overleden. De hanger was van haar geweest. Ze had hem aan Elise gegeven, zoals Elise hem aan Mara zou doorgeven.