Maar toen Luka de hut naderde, bekroop hem een zinkend gevoel. De eens zo vertrouwde woning leek spookachtig leeg, verstoken van enig teken van leven. Een rilling liep over zijn rug, met een mengeling van nieuwsgierigheid en onbehagen. Wat was er met zijn buurman gebeurd? En wat wachtte hem binnen de grenzen van de stille hut? De antwoorden bleven ongrijpbaar, plagend verborgen achter gesloten deuren.
Luka’s geest raasde door een vlaag van vragen en mogelijkheden terwijl hij het gedrag van de beer buiten de hut van zijn buurman observeerde. De geur leidde de beer naar de garage van de buurman. Het gebrul van de beer galmde door de lucht, een mengeling van urgentie en frustratie. Zijn instinct vertelde hem dat er iets belangrijks te ontdekken viel in die garage, iets dat de beer naar deze plek had gebracht.