Ondertussen, boven de golven, maakte de bemanning, met versterking van de kustwacht, kratten vis klaar en gooide glinsterend aas over het water om de walvissen dichterbij te lokken. Meeuwen daalden neer in chaos. De zee kronkelde met zilveren flitsen. Maar de walvissen bleven gefocust, cirkelden in afgemeten bogen, hun intenties volledig los van de menselijke improvisaties.
De kustwacht overwoog riskante maatregelen: netten, sonarstralen, zelfs pogingen om de walvissen naar ondiep water te drijven. Elke optie voelde als gokken tegen reuzen. Eén fout kon Nathaniel verdrinken, het schip doen kantelen of de hele groep verstrooien. Elk plan was even hoopvol als potentieel rampzalig.