Walvis slokte plotseling een duiker op – mensen waren verbijsterd toen ze zagen wat er gebeurde

S Nachts droomde hij van dat oog dat hem aanstaarde – oud, onleesbaar, maar gevuld met iets dat instinct te boven ging. Hij werd vaak wakker met zout in zijn keel en dankbaarheid in zijn botten. Overleven voelde minder als geluk en meer als een geschenk van een oceaan die hem makkelijk had kunnen nemen.

Jaren later gaf hij een lezing aan studenten die gebiologeerd voorover leunden. “Het was geen honger. Het was genade,” zei hij met een stem die het gewicht van de getijden droeg. Sommigen grijnsden, anderen geloofden, maar allemaal voelden ze de ernst van zijn overtuiging. Zijn verhaal bleef hangen, onwankelbaar als de zee zelf.