Het bewijs was onmiskenbaar. Een agent wendde zich tot Clara, zijn uitdrukking streng maar vriendelijk. “Je had gelijk. Ze heeft dit opgezet om alles van je af te pakken.” Voor het eerst sinds het altaar voelde Clara dat haar knieën stevig onder haar stonden.
Stephanie, geconfronteerd met bewijs, ontplofte schreeuwend tegen Liam, tegen Clara, tegen de agenten. Haar woede verviel in snikken, haar gezicht vertrok van woede en wanhoop. Tegen de tijd dat ze haar schreeuwend wegbrachten was de beslissing duidelijk: ze zou onder psychiatrische behandeling geplaatst worden.